Hans de Bruijn (geb. 1959, Leiden) studeerde in 1986 cum laude af aan de KABK in Den Haag en volgde aansluitend twee jaar een werkperiode aan de Rijksacademie in Amsterdam.
De focus van zijn werk is de schilderkunst zelf.
Zelf noemt hij zijn oeuvre:”Het landschap van de schilderkunst”
Zijn werk is in hoge mate gebaseerd op de traditie van de schilderkunst. Vooral de romantiek speelt een belangrijke rol. Die geschiedenis is voor hem een onuitputtelijke bron van aanknopingspunten. Dit is bijv. te zien in de schilderijen van het haasje en de Hond, beide gemaakt naar tekeningen van Albrecht Dürer.
De Bruijn brengt Dürer in direct verband met de 20e -eeuwse kunstenaar Joseph Beuys, die met zijn sjamanistische visie de kunst uitlegt aan een dode Haas. Het religieuze aspect van Beuys, gecombineerd met het deels nog religieus georiënteerde Dürer geeft een geheel nieuwe betekenis aan beide kunstenaars. Daarbij komt nog de mythe van Beuys en zijn neergestortte Stuka. Dit is een ruïne in letterlijke zijn, namelijk het vliegtuig dat kapot is, maar is ook een idealistische ruïne, immers de kunstenaar die , als door God gezonden op aarde neerstort en zijn kunst aan de wereld verkondigd. Vandaar ook de religieuze titel: “Sende Deinen Geist aus”. Immers vanuit de ruïne kan alles weer nieuw worden
Hans de Bruijn.